Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En van dien tijd af, dat [40]het gedurig [offer] zal weggenomen, en de verwoestende gruwel zal [41]gesteld zijn, [42]zullen zijn duizend tweehonderd en negentig dagen. 40. Zie hfdst.11 vs.31. 41. Zie hiervan ook hfdst.11 vs.31. 42. Dat zijn drie jaren, zeven maanden en dertien dagen, indien men dit op de vervolging van Antiochus Epifanes duidt, en natuurlijke of gewone dagen hier verstaat. Doch enigen onder de geleerden nemen deze dagen voor jaardagen.